Denekamp: (door)ontwikkelen netwerk ouderenzorg
Ook in de plattelandsgemeente Denekamp werd binnen de pilot ingezet op een betere samenwerking tussen het medisch en sociaal domein. ‘Het was een bewuste keuze om de pilot te doen in een plattelandsgemeente en in Enschede Zuid’, vertelt Hol. ‘In een stad werkt dat toch anders dan op het platteland.’
Dat weet Judith Bakhuis, praktijkondersteuner bij huisartsenpraktijk De Verdieping in Denekamp, als geen ander. ‘In Denekamp vind je nog boerenbedrijven met ongehuwde inwonende kinderen’, vertelt ze. ‘En er wonen in Denekamp veel ouderen.’ Een van de doelen is om kwetsbare ouderen vroegtijdig in beeld te hebben. ‘Liefst natuurlijk voor ze bijvoorbeeld een heup breken door een val, en niet pas als er een crisissituatie is ontstaan’, vertelt Bakhuis.
Omdat Denekamp veel zorgmijders kent, is die kans levensgroot. ‘Mensen kennen elkaar, maar er is ook veel schaamte als er financiële of gezondheidszorgen zijn.’ Afspraak is dat vrijwilligers en professionals die in contact zijn met ouderen een signaal geven als er extra ondersteuning nodig is. ‘Dat gebeurt in overleg met de oudere, tenzij dit niet gaat.’
‘Zo kregen we laatst van de apotheek een signaal dat een vrouw warrig overkwam bij het ophalen van haar medicatie en ook het recept meerdere malen kwijt was’, vervolgt Bakhuis. ‘In overleg met de vrouw heeft de apotheker contact met de huisartsenpraktijk opgenomen.’ De praktijkondersteuner neemt in zo’n geval contact op met de oudere, en schakelt zo nodig hulp in.
Niet alle signalen komen bij de huisarts terecht. Bakhuis: ‘Als een wijkverpleegkundige bijvoorbeeld ziet dat een oudere instabiel op de benen staat, neemt deze rechtstreeks contact op met de fysiotherapeut. Dat scheelt de huisartsenpraktijk veel werk.’
Andere innovatie in Denekamp is het intensiever betrekken van een specialist ouderengeneeskunde in de wijk. ‘Die sluit structureel aan bij de overleggen met de wijkverpleegkundigen en huisarts’, aldus Bakhuis. ‘Ouderen wonen tegenwoordig langer zelfstandig dan vroeger, waardoor de zorgvragen zwaarder zijn. Soms gaan de gesprekken over medicatie, en soms vragen we om even mee te kijken naar een complexe casus.’
Pilotfase voorbij
De pilotfase van Netwerksamenwerking en samen indiceren in de wijk is voorbij. Dat ging lekker makkelijk, toch? ‘Ja en nee’, glimlacht Elise Hol. ‘De uitdaging was om de verschillende belangen van alle partijen bij elkaar te brengen. We hebben te maken met verschillende stelsels. Zorgverzekeraars denken vanuit het verzekeren van schade en wat de Nederlandse Zorgautoriteit heeft voorgeschreven. Wijkverpleging en Wmo-consulenten werken vanuit zelfredzaamheid.
Op pilotniveau zijn die perspectieven redelijk makkelijk te overbruggen, vooral doordat de professionals zo gemotiveerd zijn. Landelijk loop je snel tegen organisatiebelangen aan.’ Enschede Zuid en Denekamp gaan in ieder geval gewoon verder op de nieuwe voet. ‘Hopelijk kunnen we de werkwijze langzaam verspreiden in Enschede en regio’, aldus Ank Braspenning.
Een tip voor gemeenten die willen starten? ‘Ga gewoon aan de slag’, adviseert Hol. ‘Kom in de wijk tot een keten van samen indiceren. Kijk daarna hoe het werkt en hoe het financieel uitpakt. Voorwaarde is wel dat zorgverzekeraars en gemeenten er beleidsmatig en financieel achter staan.’
Lees het Maatwerk Magazine voor nog meer andere mooie verhalen.